JOHAN VAN GRINSVEN

Live: Tower of Power

Want van de zo'n 28 jaar geleden opgerichte soul-­ en funkgroep zijn nog maar drie oudgedienden over en dat is in een tien leden tellende band toch echt een duidelijke minderheid. De verklaring ligt elders: enerzijds zijn de individuele muzikanten talentvol en aan de andere kant houdt de groep consequent vast aan hetzelfde concept: sterk door blazers gedomineerde funk.
Wat een verschil was het concert van Tower of Power met het optreden van Graham Central Station, vorige week ook goed op dreef op hetzelfde podium. Twee funkbands, beide het succesvolst in de jaren zeventig. Maar Larry Graham liet zijn groepsleden in smetteloos witte uitmonstering opdraven, maakte meer theater en hij gaf zijn bandleden maar mondjesmaat de vrijheid.
Tower of Power leek gewoon op te treden in dezelfde kleren waarmee ze zaterdagochtend de toerbus in gestapt waren; het oogde als een samengeraapt zootje. Stephen 'Doc' Krupka spande met zijn anti­-ster-uiterlijk de kroon. Zijn bretels kunnen zijn uitgezakte buik al lang niet meer bedwingen, een mallotig hoedje op zijn hoofd. Tower of Power hoeft het dan ook niet te hebben van uiterlijk vertoon. Belangrijk ander verschil: de groep heeft geen absolute ster. Zo was het opvallend hoe veel ruimte de oude garde gaf aan de nieuwelingen.
Vanaf de eerste maten was het duidelijk dat Tower of Power live veel beter klinkt dan op de plaat, minder gepolijst, opzwepender. Dat bleek bijvoorbeeld in nummers als Souled Out, Taxed To The Max en Diggin' On James Brown van hun vorig jaar verschenen album Souled Out, het vijftiende pas.
Het eerste deel van het concert speelde de formatie strak in het collectief: op een fundament van drums, bas, toetsen en gitaar soleerde de blazerssectie ­- drie saxofonisten en twee trompettisten -­ die Tower of Power al die jaren een eigen kleur geeft. Al snel bleek dat zanger Brent Carter ook op het podium een wat vlakke vocalist is voor deze groep. Bandleider, tenorsaxofonist en zanger Emilio Castillo wist, met zijn opgeschuurde stembanden, dan ook meer te bekoren. In het tweede deel van het optreden kwam er steeds meer ruimte voor solobijdragen en toonden de bandleden hun individuele vakmanschap.

Tower of Power is in alles een geoliede machine. De band verliest zich nimmer in experimenten. Maar evengoed mixte de band zeer bekwaam heftige funknummers en ballads, oud en nieuw materiaal. Na een dik uur kwam de groep nog twee keer terug voor toegiften, zodat het na zo'n anderhalf uur echt gedaan was. Ook al uiterst professioneel. Niet dat ook maar iemand in de zaal zich bekocht gevoeld zal hebben na een avondje hogeschool­-funk.

Tower of Power, gezien in Noorderligt in Tilburg, zaterdag 13 april 1996.
image