JOHAN VAN GRINSVEN

Column met een staartje?

Ik heb een donkerbruin vermoeden dat een column van collega Sjaak Koolen in de editie De Langstraat van het Brabants Dagblad van zaterdag 24 december wel eens vergaande gevolgen kan krijgen. Dat glazen huis in Waalwijk waar hij over schrijft zou er namelijk best eens kunnen komen. Want de Waalwijkse Ina van Cromvoirt heeft de handschoen opgepakt en zij is nu eenmaal niet voor een kleintje vervaard, zo heeft ze al vele malen bewezen. Onlangs heb ik haar langdurig mogen interviewen. Het verhaal leverde veel reacties op.
Misschien kunnen beiden - in samenwerking met veel anderen - iets heel moois gaan betekenen voor hospice Francinus de Wind en Toon Hermans Huis Waalwijk. Wie doet mee met het Wollukse Glazen Huis?

Dit is de column van Sjaak Koolen.



Iemand moet het doen



Om het eerlijk te zeg­gen: ik ben geen man van overdreven senti­menten. Een kerstge­voel van gemiddeld één dag per jaar is voor mij bijvoorbeeld al ge­noeg. Ik kan mijzelf en anderen daarmee voldoende gerieven. Een snuifje kindeke Jezus, meer hoeft het niet te zijn. Dit jaar kost het me wat meer moeite om het kerst­gevoel te vangen dan anders. Ik mis toch wat sfeer. Thuis hebben we kerstfeestelijk gezien alles aar­dig op orde. De traditionele kerst­boom van dertig hele centimeters staat er keurig opgetuigd bij. En met de naar schatting dertig jaar oude versieringen die aan de lamp en voor het raam hangen, is ook niets mis. Toen ik me deze week meermaals in het centrum vanWaalwijk ver­voegde, kwam ik erachter waar het aan schort. Laat ik het maar botweg zeggen: winkeliers, ande­re neringdoenden en de gemeen­te hebben alle kosten en moeite gespaard om het kerstfeest in ma­teriële zin vorm te geven. Kerst­mis 2011 zit duidelijk alleen van binnen. Hoewel, dat is ook weer niet helemáál waar. Op het Raad­huisplein ontwaarde ik namelijk een ongemotoriseerd voertuig met daarop een lichtgevend recla­mescherm. Enkele ondernemers deden mij en andere passanten op flitsende wijze een kerstbood­schap en hun beste wensen voor 2012 toekomen.

Ik stond een tijdje naar het scherm te kijken. Opeens drong het tot me door dat op de plaats van dat reclamevoertuig een van gemeentewege verstrekte en aan­geklede kerstboom had kunnen en moeten staan. Maar er stond geen boom. Vorig jaar trouwens ook al niet. Wegens herhaald van­dalisme in het verleden heeft de gemeente besloten geen kerst­boom meer te plaatsen op het Raadhuisplein, hoorde ik later van de wethouder van kerstboom­zaken. Zelfs heilige dagen zijn ken­nelijk niet onschendbaar. Die we­tenschap stemde me treurig.

Terwijl ik daar op het Raadhuis­plein stond, drong zich dan ook de gedachte op dat het anders moet kunnen. Waarom maken we het niet gezellig met een eigen versie van het glazen huis? Volk op de been, reuring in de stad. Ik wil best een dag of vijf hongeren.

Al was het alleen maar om van mijn breedtemaat een confectie­maatje te kunnen maken. De vraag is nu natuurlijk wie met mij in een glazen huis zou willen verkeren. Er zijn ongetwijfeld en­kele scherts- en serieuze figuren die zich willen opofferen. Als ik het zelf voor het zeggen zou heb­ben, nodigde ik in ieder geval Ina van Cromvoirt uit.

Ina is de ‘moeder van hospice Francinus deWind’ en voedster van de voedselbank. Ze staat niet graag in de belangstelling, maar ik neem aan dat ze voor één keer wel bereid is de schroom van zich af te werpen. Want uiteraard kop­pelen we een goed doel aan het glazen huis. En als Ina ergens sterk in is, dan is het wel in het goede doel. Het moet dan ook wel erg raar gaan willen we niet een paar grijpstuivers vangen. Ik vind overigens wel dat we bescheiden moeten beginnen. Daarom stel ik voor de opbrengst te bestemmen voor een kerstboom mét bewa­king op het Raadhuisplein. Want eerlijk is eerlijk: iemand moet moet het doen.